Fieldlab Scheveningen – Robot strand Scheveningen
Op de boulevard van Scheveningen gaat de gemeente experimenteren met multifunctionele lantaarnpalen, zelfrijdende prullenbakken en meer. De technische snufjes moeten de badplaats leefbaarder maken.
Op de Noordboulevard van Scheveningen staan tien futuristische lantaarnpalen, flinterdun, als luciferstokjes in het gelid. Het is geen gewone straatverlichting, laat Sven de Laaf zien. Hij wijst naar twee spotlichten, het ene gericht op wat bankjes, het andere op de trap naast het casino. “De spots worden aangestuurd door geluids- en bewegingssensoren. Als die merken dat er weinig mensen zijn, dimmen de lichten.” De gemeente kan zo energie besparen, zeker op Scheveningen. “Nu staan de lampen in de winter altijd aan, ook als het uitgestorven is.”
De ‘slimme’ spotlichten zijn slechts één toepassing uit het repertoire van Living Lab Scheveningen, waarvan De Laaf projectleider is. In deze proeftuin op de boulevard gaat de gemeente experimenteren met allerhande technologieën die beloven de stad leefbaarder te maken. “Technologie en digitalisering nemen overal een hoge vlucht,” zegt wethouder Saskia Bruines (D66, smart city). “Als gemeente onderzoeken we hoe die innovaties de stad kunnen verbeteren op het gebied van veiligheid, afval, verkeer en luchtkwaliteit.”
Scheveningen
In een volle stad moet je tegengestelde belangen met elkaar verenigen, schetst ze. Dat geldt al helemaal voor Scheveningen, waar horeca, bewoners, duinen, verkeer en publieksevenementen samenkomen. “Technologie kan ons helpen met die botsing om te gaan.”
Fel wit licht werkt oppeppend bij agressie Sven de Laaf, Living Lab Scheveningen
De ‘smart city’ is in opkomst. Wereldwijd investeren steden in digitalisering van de openbare ruimte. “Het is logisch dat gemeenten de modernste technieken willen inzetten,” zegt Jan-Willem Wesselink van de Future City Foundation, een stichting die een brug slaat tussen techneuten en stadsplanologen. “Sensoren zijn niet altijd de oplossing, maar het zou raar zijn als gemeenten die technieken niet serieus nemen.”
Opstootjes
Een bekend voorbeeld is Eindhoven. In de uitgaansstraat Stratumseind, berucht om zijn opstootjes, wordt geëxperimenteerd met de kleur van straatverlichting. “Fel wit licht werkt oppeppend bij agressie,” vertelt De Laaf. “In Eindhoven onderzoeken ze of gekleurd licht een kalmerend effect heeft. Wij gaan daarop voortborduren.” De Eindhovense lantaarnpalen zijn ook uitgerust met sensoren die geluiden herkennen als voorbode van geweld. “Dat kan een reden zijn om de boa (buitengewone opsporingsambtenaar, red.) langs te sturen.”
Voor de Scheveningse experimenten haalde de gemeente 147 bruikbare ideeën op bij bewoners, overheden en bedrijfsleven. Die gaan van fijnstofmetingen en crowd control tot defibrillators en aansturing van verkeersdrukte (bijvoorbeeld naar vrije parkeerplaatsen).
Hier kunnen ontwikkelaars robots testen in een lastige omgeving Saskia Bruines (wethouder)
Futuristisch wordt het met Project BB. “Dat is een zelfrijdend robotje dat op het strand peuken gaat oprapen,” vertelt De Laaf. “Nu ruimen elke dag tractoren afval van het strand op, maar die kunnen de peuken niet meenemen.” Het gaat niet alleen om de sigaretten, stelt Bruines. “Hier kunnen ontwikkelaars zo’n apparaat testen in een lastige omgeving. De techniek kan uiteindelijk ook elders worden ingezet, bijvoorbeeld in rampgebieden.”
De robot oriënteert zich door contact te maken met de lantaarnpalen. Dat geldt ook voor de zelfrijdende prullenbak die op de boulevard komt. De robot komt af op mensen die naar hem zwaaien – een creatieve manier om badgasten bewust te maken van afval, hoopt de gemeente. Het zijn ook sociale experimenten, zegt De Laaf. “We willen zien hoe mensen op zo’n robotje reageren.”
Leuk, zo’n zelfrijdend apparaat, maar is het nodig? De technische snufjes zijn geen doel op zich, benadrukt wethouder Bruines. “De stad moet er beter van worden.”
Overlast voorspellen in Scheveningen
Neem geluidsoverlast. Bewoners van de Oranjeflats ervaren geregeld overlast van horeca, verkeer en uitgaanspubliek rond de boulevard, vertelt De Laaf. “Het Haagse bedrijf Cyrb maakt geluidscamera’s die kunnen ‘zien’ waar geluid vandaan komt. Vanuit de lichtmast kunnen we precies meten wat de oorzaak en de mate van overlast zijn. Die informatie delen we dan met de ondernemers en bewoners. We hopen dat de horeca met die inzichten aan de slag gaat en dat bewoners minder vaak hoeven te klagen.”
Hij denkt nog een stap verder. “We willen geluidsoverlast gaan voorspellen. Zo van: dit evenement in combinatie met die windrichting levert zoveel herrie op. Een soort weerbericht. Bewoners worden dan minder door de overlast overvallen.”
Nederland is echt wereldkampioen paaltjes plaatsen Sven de Laaf (Living Lab Scheveningen)
De ‘slimme’ stad stuit ook op scepsis. De kritiek is filosofisch, bijvoorbeeld van het Haagse Rathenau Instituut, dat in 2017 pleitte voor ‘het recht om niet gemeten, geanalyseerd of beïnvloed te worden’, maar ook juridisch. De Autoriteit Persoonsgegevens onderzoekt momenteel of Nederlandse smart city-projecten wel binnen de lijntjes van de privacywet kleuren. “Vragen over privacy zijn terechte vragen,” zegt wethouder Bruines. “Die zaken onderzoeken we óók in dit experiment.”
Den Haag volgt de richtlijnen van de Vereniging Nederlandse Gemeenten; zo zijn alle verzamelde data in principe openbaar. “We doen niets in het geniep,” verduidelijkt De Laaf. “We gaan overal banners met uitleg ophangen. Mensen kunnen straks bij Infopunt Scheveningen (naast de Pier, red.) live meekijken.”
Angelsaksisch
Elders in de wereld zijn ‘slimme’ steden geen onverdeeld succes gebleken. “In Azië en het Midden-Oosten zijn al smart city’s gebouwd,” zegt Wesselink. “Die zijn lang niet allemaal geslaagd, omdat ze niet vanuit leefbaarheid zijn bedacht.” Vorige maand trok Toronto, het paradepaardje van de smart city-beweging, de stekker uit zijn project. Een dochterbedrijf van Google nam daar de gebiedsontwikkeling voor zijn rekening, tot protest van privacy-activisten. Op die Angelsaksische tour gaat Den Haag niet, verzekert Bruines. “Dat willen wij niet. Hier doet de gemeente alles, al werken we wel samen met de provincie, universiteiten en het bedrijfsleven. Onze bevindingen delen we in een netwerk van Nederlandse living labs.”
De tien lantaarnpalen zijn een voorproefje. De hele boulevard krijgt ze, van Zwarte Pad tot havenhoofd. “En van de winter volgen de kiosken,” vertelt De Laaf. “Die worden multifunctioneel. Je kunt er een kroketje kopen, maar er zit ook een politiecamera in verwerkt.” Het nut hiervan, legt hij uit: minder objecten in de openbare ruimte. “Nederland is echt wereldkampioen paaltjes plaatsen.”