Vliegen met een drone: Wat mag wel en wat mag niet?
Drones worden steeds vaker ingezet, zowel recreatief als professioneel. Het is voor iedereen die een drone wil besturen belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de geldende regels en voorschriften. Wat moet een dronebestuurder weten voordat hij opstijgt? En welke rol spelen gemeenten en politie bij het toezicht op naleving van de regels?
Europese regelgeving en risiconiveaus
In Nederland gelden Europese regels voor het vliegen met drones. Deze regels zijn uniform voor alle piloten, zowel recreatief als commercieel, en zijn afhankelijk van het risiconiveau van de vlucht. Er zijn drie verschillende risiconiveaus: Open, Specific en Certified.
Open Categorie
De Open categorie omvat laagrisicovluchten en is onderverdeeld in drie subcategorieën:
- Categorie A1: Voor drones lichter dan 250 gram is geen vliegbewijs nodig. De maximale vlieghoogte is 120 meter en de drone moet altijd in zicht blijven. Vliegen boven mensen en gebouwen is toegestaan, maar niet boven een menigte (minimaal 12 personen). Voor drones tussen 250 en 499 gram is wel een vliegbewijs nodig, evenals een exploitantnummer van het RDW. Een online examen van 40 vragen is hiervoor voldoende.
- Categorie A2: Voor drones tussen 500 gram en 2 kilo is zowel een vliegbewijs als een exploitantnummer verplicht. De piloot moet minimaal 150 meter afstand houden van mensen en gebouwen. Om dichterbij te vliegen, is naast het vliegbewijs ook een vaardigheidsbewijs vereist. De minimale afstand tot mensen bedraagt dan 50 meter, tenzij zij weten dat er gevlogen wordt.
- Categorie A3: Voor drones zwaarder dan 2 kilo geldt een minimale afstand van 150 meter tot mensen, gebouwen, industrie- en recreatiegebieden. Daarnaast moet de piloot zich houden aan de 1:1-regel: als de drone 30 meter hoog vliegt, moet ook 30 meter afstand worden gehouden van voorbijgangers, tenzij zij op de hoogte zijn van de vlucht.
Specific Categorie
De Specific categorie geldt voor vluchten die buiten de beperkingen van de Open categorie vallen, zoals vluchten buiten zicht of met drones van 500 gram tot 2 kilo. Er is een risicoanalyse verplicht, en operaties moeten veilig worden uitgevoerd volgens vastgestelde procedures.
Certified Categorie
De Certified categorie betreft hoogrisicovluchten, bijvoorbeeld voor het vervoeren van pakketjes of personen. Deze categorie heeft strikte eisen, vergelijkbaar met de bemande luchtvaart, en wordt gereguleerd door de Europese Luchtvaartautoriteit (EASA).
Basisregels in de open categorie
- Minimaal 16 jaar of ouder
- Registratie als piloot bij drones boven de 250 gram
- Theoretische cursus verplicht om piloot te worden
- Maximaal 120 meter hoogte
- Drone altijd in direct zicht van de piloot
- Alleen overdag vliegen
- Controleer de GoDrone-website voor vlieglocaties
- Niet binnen 3 km van een luchthaven vliegen
- Buiten het CTR (controlled traffic region) blijven
- Geen mensen filmen zonder toestemming
- Aansprakelijkheidsverzekering vereist
Handhaving en toezicht
De handhaving van de regelgeving ligt bij zowel de politie als de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De politie controleert of dronepiloten zich aan de regels houden, terwijl de ILT toezicht houdt op de Specific en Certified categorieën en de benodigde vergunningen verstrekt. Daarnaast is het essentieel dat gemeenten goed geïnformeerd zijn over no-fly zones en het gebruik van drones in hun omgeving.
Drone No-Fly Zones
De No-Fly zones waar vliegen met drones in principe niet is toegestaan. De actuele zones zijn te raadplegen via de Drone No Fly Map Netherlands (GoDrone.nl). Deze liggen bijvoorbeeld rondom luchthavens, zeehavens, industriegebieden en belangrijke overheidsgebouwen In Amsterdam wordt ook al geëxperimenteerd met ‘No-Fly zone’ borden om bewoners en bezoekers op de grond bewust te maken van het dronevliegverbod, voornamelijk op drukke plekken zoals het Vondelpark en Museumplein.
Recente wijzigingen in regelgeving
Sinds 1 januari 2024 zijn er belangrijke wijzigingen doorgevoerd:
- Cx-label verplichting: Drones in de Open categorie moeten een Cx-label hebben om te voldoen aan de Europese regelgeving.
- Remote ID: De meeste drones moeten op afstand herkenbaar zijn via Remote ID, wat via wifi of Bluetooth informatie uitzendt over de eigenaar en locatie.
Kansen voor gemeenten en politie
Drones bieden zowel kansen als uitdagingen op het gebied van veiligheid en handhaving. Voor gemeenten en politie is het essentieel om goed op de hoogte te zijn van de regels en samen te werken met relevante partners. De Impact Coalitie Smart Safety & Security (ICSS) speelt hierbij een belangrijke rol door praktijkervaring en beleid samen te brengen en te werken aan een gezamenlijke visie op handhaving. Gemeenten en politie kunnen via ICSS toegang krijgen tot kennisnetwerken en expertise om de veiligheid rond dronegebruik in hun regio te waarborgen.
Voor meer informatie over de actuele regels en verplichtingen kunt u terecht op de website van de Rijksoverheid.